Het niet voldoen aan de aanzegplicht door de werkgever levert voor een werknemer, van wie het tijdelijk contract binnenkort afloopt, soms extra geld op. Het bedrag daarvan kan zelfs oplopen tot een heel maandsalaris!
bestaanszekerheid
‘Bestaanszekerheid’ is een, vooral in een politieke context, veelgehoord thema.
Als het gaat om werken in loondienst, dan is het uitgangspunt eigenlijk altijd dat een arbeidsovereenkomst-voor-onbepaalde-tijd wordt gesloten. Dus als er niet uitdrukkelijk iets anders wordt afgesproken, dan moet je ervan uitgaan dat het gaat om een arbeidsovereenkomst-voor-onbepaalde-tijd. Zo’n arbeidscontract geeft enige zekerheid over het inkomen. En vaak ook de mogelijkheid om allerlei financiële verplichtingen aan te gaan (zoals bijv. een huis kopen met hypotheek). Inkomenszekerheid is nauw verbonden met, en is in veel gevallen misschien zelfs ook een voorwaarde voor bestaanszekerheid.
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd
Hoewel arbeidsovereenkomst-voor-onbepaalde-tijd het uitgangspunt is, is het ook nog wel mogelijk om arbeidsovereenkomsten-voor-bepaalde-tijd aan te gaan. Die arbeidsovereenkomsten-voor-bepaalde-tijd eindigen (althans in beginsel) van rechtswege op de overeengekomen einddatum. Maar de mogelijkheden om zo’n tijdelijk arbeidscontract te sluiten zijn bij wet enigszins beperkt. Én er gelden ook enkele bijzondere regels voor.
Heb je een arbeidsovereenkomst-voor-bepaalde-tijd? Dan heb je er belang bij om vroegtijdig te weten of je werkgever daarná nog plannen met je heeft. Of jouw werkgever de arbeidsovereenkomst met jou na afloop wil verlengen? En onder welke voorwaarden? Je wilt immers wel de mogelijkheid hebben om je te kunnen voorbereiden op een eventuele achteruitgang in inkomen. Bijv. door nu al opzoek te gaan naar een andere baan en te solliciteren.
aanzegplicht
Je werkgever heeft de wettelijke verplichting om je uiterlijk één maand voor de overeengekomen einddatum te informeren (art. 7:668 BW) over wat hij met je voor heeft.
Hij moet je namelijk schriftelijk:
– laten weten óf hij de arbeidsovereenkomst met jou na afloop al dan niet wil voortzetten (art. 7:668 lid 1 sub a BW); en
– bij voorzetting, je laten weten onder welke voorwaarden hij dat zou willen doen (art. 7:668 lid 1 sub b BW).
Doet een werkgever dat ‘geheel niet’ of ‘niet tijdig’ dan is hij aan jou een vergoeding in geld schuldig. Die vergoeding is gelijk aan één maandloon. Of, in het geval van je ‘niet tijdig’ inlichten, een evenredig deel daarvan (art. 7:668 lid 3 BW).
Let op:
Dit artikel is slechts een globale weergave. En de regeling kent bovendien hierboven niet besproken uitzonderingen. Neem dus voor advies-op-maat altijd contact met ons op.